• Schoenen en kleding

Koop goede wandelschoenen zoals Lowa bij een erkende out-doorzaak. Lage modellen hebben de voorkeur omdat deze minder warm zijn aan de voeten en soepeler buigen. Je redt de 7-heuvelen wel op lage schoenen. Draag een lange of korte wandelbroek, niet te strak, met veel zakken.

Dit is erg praktisch want zo kun je het een of ander meenemen en maakt een rugzak bijna overbodig en dit is prettiger tijdens het wandelen. Daarop een polo shirts of katoenen overhemd met borstzakken en een zweethemdje eronder. Falke wandelsokken die je binnenstebuiten keert en dan linker sok aan de rechter voet en omgekeerd. De naden zitten dan aan de buitenkant, dit om blaren te voorkomen. Hoewel de sokken als naadloos worden verkocht, zit die er toch in, weliswaar minimaal. Gebruik oefentochten om je gear uit te testen. Hiermee weet je ook direct of er ergens knellingen zijn of schurende delen. Deze kun je dán nog verhelpen of laten verhelpen.

• Oefentochten.

Oefen voordat je begint aan lange wandeltochten. Hoeveel verschilt per mens. Maak bijv. gebruik van andere georganiseerde tochten zodat je ook ervaart hoe het kan zijn om in een meute te wandelen. Het is in ieder geval verstandig om minimaal één keer de afstand gelopen te hebben waarvoor je wilt inschrijven. Herhaling is goed. Zo is twee maal iets korter beter dan één maal lang. M.a.w. 2x30km is beter dan 1x40km.

• Neem altijd voldoende vocht tot je.

Pas drinken bij een droge mond is te laat. Neem geregeld een ferme slok, maar drink een flesje niet in één teug leeg. Op warme dagen is een liter per uur het absolute minimum. Een pilsje of speciaalbiertje moet kunnen, maar niet overdrijven. Laat het wel een feest blijven. Wij nemen 's ochtend slechts één flesje van 0,5 liter mee (Dit helpt ook direct tegen dikke vingers). Onderweg wordt deze veelvuldig ingeruild of nieuw gekocht bij een cafe of een standje.

• Eet meer dan voldoende.

Drie broodjes op een dag is te weinig. Ook hier geldt dat je te laat bent als je honger krijgt (hongerklop). Eet regelmatig en meer dan drie keer op een dag. Eet niet te veel in een keer. Snoepen mag nu wel; eet af en toe zo'n lekkere 'lange afstands'-Mars of Snickers
Wij starten de dag standaard met een bordje brinta-pap en twee krentenbollen of een flink bord macaroni en roomsaus. Verder op de dag worden nog enkele belegde broodjes, een loempia (geen sambal!), lekkere vette hamburger met uitjes, soep en minimaal een lekkere bak friet verorberd.

• Bescherm jezelf tegen de zon.

Neem altijd een hoedje of petje mee. Zet deze ook op wanneer de zon begint te branden, in ieder geval vóór 12.00u Omdat de nek vaak een gevoelige plek is, neem ook een doekje mee om deze te beschermen. Wij gebruiken een petje in combinatie met hét vaak uitgedeelde New Balance-doekje en stoppen deze onder de pet.

• Bij regen en buien.

Gebruik geen paraplu, daarmee kun je andere wandelaars verwonden. Ga 's maandags voor de start naar Bever Sport, Mariekestraat in Nijmegen en koop daar een aantal wegwerp regencapes of regenjasjes van een euro per stuk. Deze kun je gemakkelijk meenemen in een van je broekzakken. Trek absoluut geen regenpak of zoiets dergelijks aan,

deze ademen in het geheel niet en je zweet je te barste in zo'n pak. Yum yum... Neem bij regen een paar extra sokken mee en als je hebt een paar extra schoenen. Bij vorst op klomphoogte kun je gebruik maken van een tenenverwarmer, vergeet dan niet van te voren de accu op te laden.

• Afplakken van lichaamsdelen.

Na een aantal trainingen weet je precies waar de gevoelige plekken zitten en wat je moet afplakken met tape om blaarvorming te voorkomen. Plak altijd dakpansgewijs met geen of zo weinig mogelijk naden of vouwen. Vergeet ook niet je tepels af te plakken, deze kunnen nogal eens gaan schuren onder je shirt.

• Wissel af en toe van weghelft.

Veel wegen lopen af aan de zijdes zodat regenwater weg kan lopen. Wanneer je te lang op één weghelft blijft lopen, kun je spieren overbelasten. Het beste is in het midden van de weg lopen, maar dat lukt niet altijd. Wissel dus regelmatig af.

• Loop niet naar je pijn.

Voor veel wandelaars is het vaak zo dat blaren niet te voorkomen zijn. Mochten deze de kop opsteken is het verstandig deze door te laten prikken door een deskundige, maar in ieder geval niet naar de pijn te gaan lopen. Wanneer dit wel wordt gedaan, worden de spieren op een andere manier gebruikt dan normaal, wat kan leiden tot spierpijn, het eerder verzuren van een spier of kramp. Mocht er geen hulp beschikbaar zijn,

dan de blaar doorprikken en een beetje vocht laten zitten. Uit betrouwbare bron hebben we vernomen dat het doorrijgen van een touwtje door de blaar ervoor zorgt dat deze vanzelf leegloopt. Dit zou verder groeien van een blaar moeten voorkomen, al kan dit alleen ná het lopen worden gebruikt.

• Andere pijnen...

Wat ook veelvuldig voorkomt (eigen ervaring) is de zogenaamde wandel-aars. Door de lopende beweging wordt je achterwerk schraal wat pijnlijk is bij a.o. een groot toiletbezoek. Het enige wat je hier tegen kunt doen is de zaak goed schoon en droog te houden. Strooi er geen talkpoeder tegen tenzij je gek bent op 'slagroom'. Stop af en toe onderweg bij een cafe en maak het schoon met water, maar geen zeep (au..). Mijdt verder voorafgaand aan de tocht scherpe sausen zoals sambal, chilisaus, tomatensaus mocht je hier onder lijden. Deze branden bij laten van winden en kunnen ook een wandel-aars veroorzaken. Wat ook werkt is een maandverbandje cq. inlegkruisje opgevouwen ertussen wat overtollig vocht opvangt. Bedankt dames!

• Blik op de weg
• Blik op oneindig
• Blikkont (ook wel wandel-aars)
• Blik bier